De veldesdoorn komt veel voor in bossen en steden. Hij kan op bijna alle soorten bodem groeien. Bovendien kan hij erg goed tegen wind, iets waar veel bomen niet van houden. En hij kan ook nog eens tegen luchtverontreiniging en strooizout. Het blad is bij het uitlopen roodachtig en heeft vijf lobben. De bloemen zijn een bron van nectar voor bijen en andere insecten. De zaden liggen in elkaars verlengde. Hierdoor zijn ze gemakkelijk te onderscheiden van de zaden van de gewone esdoorn. Het hout van de boom is geschikt voor muziekinstrumenten. 

De naam: veldesdoorn of Spaanse aak - Acer campestre
Campestre betekent 'van het veld'. Inderdaad groeit deze boom graag aan bosranden en in open veld. De afleiding 'Spaanse' is onbekend, Aak is afgeleid van Acer. Hij groeit in een groot deel van Europa, is in Nederland en Belgiƫ inheems en algemeen voorkomend.

Herkenning
De bladeren hebben vijf lobben en de herfstkleur is geel. Kenmerkend voor de soort zijn de afgeronde bladlobben en het melksap in de bladstelen, hoewel de Noorse en de Kolchische esdoorn ook melksap hebben. De bladrand heeft enkele afgeronde tanden. Tweejarige twijgen zijn vaak voorzien van kurklijsten en de schors is ruw.

Groeiplaats
Veldesdoorns groeien van nature in rivierengebieden en beekdalen, vaak in de onderbegroeiing samen met rode kornoelje of in de randen van essen- en eikenbossen. Ze zijn schaduwverdragend tijdens de jeugdfase, en later eisen ze halfschaduwrijke tot zonnige standplaatsen. Verharding, strooizout en zeewind verdragen ze goed.

Aantastingen
Veldesdoorns zijn gevoelig voor esdoorn-meeldauw Uncinula bicornis, sommige selecties bezitten een goede weerstand hiertegen.

Toepassing en beheer
Veldesdoorns worden veelal gekweekt uit zaad, en geplant als bosplantsoen in landschappelijke beplantingen, in groenstroken, aan bosranden en in hagen. Er zijn vele variƫteiten, van langzaam groeiende bontbladige selecties tot hoog opgaande bomen. Cultivars kunnen, behalve door enten, ook worden vermeerderd door zomerstek en via afleggen. Veldesdoorn en meidoorn in een gemengde haag vormt een bijzonder goede combinatie. In vrijstand groeit hij uit tot een kleine grillig gevormde, vaak meerstammige boom. In bossen op voedselrijke en vochtige grond groeien ze uit tot meer dan 20 m hoog. Vanwege de gevoeligheid van veldesdoorns voor de esdoorn-meeldauw, zijn er enkele cultivars met een goede weerstand hiertegen geselecteerd. Dit zijn 'Huibers Elegant', 'Lienco' en 'Senator', met een smallere kroon dan 'Elsrijk'. Ze staan samen met andere klonen in een proefaanplant in Elst. Via het Staatsbosbeheer Ontwikkeling en Beheer zijn diverse autochtone herkomsten uit geselecteerde zaadopstanden verkrijgbaar (rassenlijstbomen).

Gebruik
Veldesdoornhout is zwaar en van goede kwaliteit, maar slechts in kleine diameters beschikbaar. Door vergroeiingen in de stam kan zogenoemd vogelogen-esdoorn of pauwenveren worden gevormd. Dit hout is van hoge kwaliteit en zeer gezocht als fineer voor luxe meubels en muziekinstrumenten. In de antieke meubelkunst heet dit pavoninus.

Waar te zien
De grootste veldesdoorns zijn te zien in Groenendaal (28 m hoog), Kalheupink (350 cm omtrek), de Cultuurtuin (295 cm omtrek), Manenburg (290 cm omtrek) en Gent (335 cm omtrek).

Gegevens op een rijtje
Natuurlijk areaal: Europa, Kaukasus, Turkije, Atlas
Status: inheems, algemeen
Bodemeisen: vochthoudend tot droog, tamelijk voedselrijk
Schaduwtolerantie (1-5): redelijk 3,2
Droogtetolerantie (1-5): redelijk 2,9
Hoogte: 15-28 meter
Omtrek: 2-3,5 meter
Leeftijdverwachting: 100-160 jaar
Kroonvorm: rond, breed, dicht
Bladlengte: 8-11 cm
Bloeiperiode: april-mei
Zaadval: oktober
Toepassing: bossen, parken, tuinen, lanen, hagen

Bron: Loofbomen in Nederland en Vlaanderen door Leo Goudzwaard
Uitgegeven door KNNV Uitgeverij, Zeist, ISBN 978 90 5011 4325, www.knnvuitgeverij.nl