Tamme kastanje - Castanea sativa

Tamme kastanjes horen evenals beuken en eiken bij de napjesdragers of beukenfamilie. Er zijn 8 soorten in de gematigde en mediterrane zone op het noordelijk halfrond, maar slechts 1 soort groeit van nature in Europa. De naam tamme kastanje duidt op het verschil met de wilde kastanje; het is de gekweekte, dus tamme en eetbare kastanje. Castanea is afgeleid van de Turkse stad Kasanaia, sativa betekent 'gecultiveerd'. Uit fossiele vondsten in de klei van Reuver blijkt dat Castanea van nature groeide in Limburg vóór de ijstijden. Tijdens de laatste ijstijd, 18.000 jaar geleden, was de tamme kastanje aanwezig in Noord-Italië en vanaf 9.000 jaar geleden ook in Spanje.
Zijn verspreidingsgebied ligt in Armenië, Turkije en Zuid-Europa, vanwaar tijdens de Griekse oudheid en de Romeinse tijd selecties met grote vruchten verder verspreid werden in Europa, de Kaukasus, het Middellandse Zeegebied, de Balkan en Noord-Afrika.

Herkenning
Kenmerkend zijn de scherp getande langwerpige, enkelvoudige bladeren en de scherpe stekelige bolsters. De vrouwelijke bloemen bevinden zich aan de basis van de mannelijke aren. De mannelijke bloemen zitten aan afstaande tot hangende aren. De vrouwelijke zijn opstaand met 2 tot 3 bijeen, omgeven door veel schubben die later de bolster vormen met een tot drie vruchten.
De lengtegroei is ritmisch, kenmerkend voor de napjesdragers-familie, in het voorjaar produceert de tamme kastanje één lengtescheut.

Groeiplaats
Hoewel niet inheems, is de tamme kastanje al eeuwenlang aangeplant in de eikenbeukenbossen, meestal apart of in groepen. Hij geldt als een ingeburgerde boom. Tamme kastanjes zijn sterk schaduwverdragend in de jeugd, maar volwassen bomen eisen veel licht. Goede groei vindt plaats op luchtige, vochthoudende en voedselrijke zure bodems, niet op kalkgronden en zware klei. Verharding en strooizout verdraagt hij slecht. Hij is wel zeer goed bestand tegen harde wind.

Biodiversiteit en aantastingen
Er zijn weinig organismen afhankelijk van de kastanje en daarmee zijn er ook weinig aantasters. Mogelijk komt dit door het hoge looizuurgehalte (veel hoger dan in eiken) in alle delen van de boom. De vruchten zijn, ondanks het looizuur, in trek bij wilde zwijnen en kleine knaagdieren. Kastanjekanker, veroorzaakt door een schimmel, richt veel schade aan in Europa en heeft de Amerikaanse kastanje vrijwel uitgeroeid in Noord-Amerika.

Toepassing, beheer en gebruik
De tamme kastanje is vooral bekend vanwege zijn eetbare vruchten die tot allerlei producten verwerkt worden en dan lang bewaard kunnen worden. Minder bekend is dat het ook een mooie sierboom is. Vanaf eind juni tot begin juli is de boom overdekt met de goudgele kleur van vele bloeiende katjes. De bloei trekt veel bijen aan die voor bevruchting zorgen. Kastanjehoning is een belangrijk product uit de Italiaanse kastanjebossen. Het kernhout is hard en duurzaam en wordt gebruikt in binnen- en buitentimmerwerk, meubels, deuren en vloeren, en is erg populair voor palen en hekwerken.

Waar te zien
De dikste kastanje en tevens dikste boom van Nederland is de Kabouterboom in Ubbergen (omtrek 835 cm). Zeer bijzonder zijn ook de 'poortwachters' in Gulden Bodem (omtrek 746 cm). In Vlaanderen staan de dikste kastanjes in een laan bij kasteel Schouwbroek (omtrek > 845 cm). In Meise (België) staat een tamme kastanje van 35,8 meter.

Gegevens op een rijtje
Natuurlijk areaal: Armenië, Turkije, Zuid-Europa
Status: uitheems, algemeen
Bodemeisen: matig voedselrijk
Schaduwtolerantie (1-5): redelijk 3,2
Droogtetolerantie (1-5): hoog 3,5
Hoogte: 25-36 meter
Omtrek: 6-8,5 meter
Leeftijdverwachting: 200-500 jaar
Kroonvorm: ovaal koepelvormig, breed, dicht
Bladlengte: 10-27 cm
Bloeiperiode: juni
Zaadval: oktober
Zaadverbreiding: dieren
Toepassing: bossen, parken, boerderijen

Bron: Loofbomen in Nederland en Vlaanderen door Leo Goudzwaard
Uitgegeven door KNNV Uitgeverij, Zeist, ISBN 978 90 5011 4325, www.bomenkennis.nl